gratis ebook: formatief handelen in tien stappen

Doelloos voor de klas

Focussen op het leerproces gaat pas wanneer je een doel centraal stelt. Hoe doe je dat? Volg deze stappen!
Doelgericht werken | succescriteria | Marleen Lapidaire | TrainenLeren

Ik vind oprecht dat kinderen soms meer leren van het buitenspelen dan in de klas. Puur omdat het dan gaat over het DOEN, het ervaren, de interactie, je gedrag afstemmen op de ander en direct feedback krijgen van een ander. Een keer ging ik het buitenspel nabespreken. In de klas kwamen ze met zoveel inzichten, waarvan ik dacht; hallo, waarom komen dit soort inzichten niet uit de lessen in de klas? Ik merkte vaak dat in dit soort vrijere situaties er soms meer geleerd werd dan uit een werkboek van rekenen of dat filmpje van taal.

Is een doel centraal stellen dan altijd nodig?

Nee en dat is het mooie. Ze hebben jou niet altijd nodig om beter te worden in doelen. Veel van het leren gaat namelijk impliciet. Zoals het buitenspelen: ze leren de spelregels te volgen, samen overleggen wat leuk is om te doen, rekening houden met elkaar, te tellen voordat ze de anderen mogen zoeken. Maar hallo, ik wilde ook dat dit soort inzichten werden gedaan in mijn lessen! Het viel me namelijk op dat mijn leerlingen altijd deden wat moest van mij. Eigen initiatief vond ik veel te laag. Ik wilde een hogere betrokkenheid en een hoger leerresultaat bij de doelen die er toe deden!

Als je een doel centraal stelt, doe het dan goed.

Maar wanneer je dan een doel centraal stelt, doe dit dan met aandacht. Kan dit dan bij elke les, de hele dag door? Nee en dat is ook niet nodig. Niet elk doel is even belangrijk en je hebt hier ook zeker niet altijd tijd voor. Je eerste stap is te kijken naar één vakgebied voor de komende week. Welk doel vind je de moeite om langer bij stil te staan, om kinderen bewuster beter te krijgen in dat doel? Of welk doel in een bepaald vakgebied vind jij dat meer aandacht zou moeten krijgen? Zou het niet fijner zijn dat je iets langer de tijd neemt voor dat ene doel, zodat je weet dat ze daar ook echt beter in worden? Kies dat doel dan uit en plan daar 3 á 4 momenten voor. Een half uur tot een uurtje per keer is dan voldoende. Wees niet bang dat je ‘achter gaat lopen’. Want waar gaat het in het lesgeven nou om? Om elk doel er doorheen te jassen, of om het leerproces te bevorderen? Precies…

Leg de woorden uit het doel goed uit.

Wanneer je een doel centraal stelt is het superbelangrijk om het doel goed te verhelderen. Laat het de kinderen begrijpen en verduidelijk waar nodig. Ik bedoel daar puur de woorden mee. Wat betekenen de woorden? Vervolgens haal je de voorkennis op. Wanneer hebben we dit eerder gehad? Waarom zouden we dit moeten leren? Waar gaan we dit voor nodig hebben denk je? En nee, voorbereiding op een toets is geen goede reden (knipoog).

Om ergens te komen is het handig om te weten waar je naartoe gaat. Wees daarom zo duidelijk mogelijk over het doel en hang jouw verwachtingen daar ook aan. Een leerling moet een doel echt begrijpen; het is onvoldoende om ze alleen te vertellen wat het doel is.

Geef een goed voorbeeld en doe het voor.

Een mega eye-opener voor mij was werken met een goed voorbeeld. Want wanneer kinderen een goed voorbeeld zien, kunnen zij daarna hun eigen gedrag en manier van denken daaraan spiegelen. Je laat zien hoe je tot dit eindresultaat komt. Met als doel: stappen zetten in het leerproces, oftewel HOE kom je daar? Doe voor hoe jij wil dat de kinderen denken en maak dat visueel. Een leraar die hardop voordoet hoe hij een opdracht aanpakt is volgens Rosenshine[1] een voorbeeld van de cognitieve ondersteuning die leerlingen nodig hebben. Vervolgens is het controleren van begrip een hele belangrijke. Nee niet de vraag; ‘Heb je het begrepen?’ Maar stel de vraag: ‘Wat heb je begrepen?’. Hier bereik je twee dingen mee: Leerlingen kunnen hun eigen gedachtegang toelichten en verbanden leggen. Daarnaast geeft het jou als leerkracht een duidelijk beeld welke aspecten van het doel nog onduidelijk zijn.

Gebruik actieve werkvormen.

Ik merkte vervolgens heel vaak dat kinderen precies deden wat ik ze vroeg. Maar ik wilde juist dat hun betrokkenheid vergroot zou worden. Door het gebruik maken van verschillende actieve werkvormen, lukte dat steeds beter. En onthoud: oefening baart kunst. Zo heb ik laatst Renee virtueel ontmoet via Instagram (Renee van @reneevaneijk.onderwijs) en zij geeft ZOVEEL fijne tips weg over actieve werkvormen naar aanleiding van ‘Teach like a champion’[2]. Mocht je je echt willen verdiepen in meer actieve werkvormen dan is dit document echt de moeite waard om door de printer te gooien.

Oefenen, oefenen, oefenen.

Door zelfstandig in te laten oefenen leren de kinderen de principes en stappen zelf toe te passen. Wees ook niet bang om ze te snel te laten oefenen. Het kan even 10 minuten zijn, waarna je weer wat uitlegt. Zelfstandig oefenen moet voortbouwen op geslaagd begeleid oefenen, zodat de kennis daadwerkelijk versterkt wordt. Leerlingen met meer zelfvertrouwen kunnen al eerder door naar dit stadium. En omdat je aan het begin van deze blog hebt gelezen dat je 3 á 4 momenten gaat plannen, ga je ook alvast bedenken wat ze die andere drie keer moeten gaan doen. Veel kinderen gaan pas shinen in een doel als het vaker terugkomt in een kort tijdsbestek. Denk aan een week. Door hun belevingswereld meer te betrekken bij deze lesstof, blijft de betrokkenheid hoog. Waarmee je de opmerkingen; ‘Pff, gaan we het nou alwéér hier over hebben?!’ tackelt. Een prikkelende opening van les 2, 3 en 4 zijn dus ook nodig om de betrokkenheid hoog te houden. Het allersterkste is dat je dit doel ook vaker inplant. Niet alleen in die week, maar bijvoorbeeld twee weken later nog eens een half uurtje. En een maand later weer.

“Leren is als het ware je ‘olifantenpaadjes’ in je brein versterken.”

Marleen Lapidaire

Nieuwe kennis en vaardigheden worden, als een leerling het boeiend genoeg vindt, als een paadje in de hersenen aangelegd. Door middel van vaker oefenen wordt dit ‘olifantenpaadje’ steeds breder en breder. Totdat er maanden niemand meer overheen loopt, maar er toch nog een pad zichtbaar is. Dan is er geleerd.

En het allerbelangrijkste = REFLECTEREN.

Het komt heel vaak voor dat dit mega belangrijke onderdeel door alle haast wordt overgeslagen. Wees streng voor jezelf en neem hier minimaal 5 minuten de tijd voor. Focus je op wat er geléérd is, niet op wat er gedáán is. Het is heel sterk om stil te staan bij wat er in de les is gebeurd. Zowel gericht op het doel, maar ook dingen daarbuiten kunnen heel sterk zijn. Zoals hoe voelde je je tijdens het werken? Wat zei je? Wat is je gedrag en wat is je gevoel. Wat deed dat met je? Met wie heb je samengewerkt? Heb je daar voor de volgende keer een tip voor? Hoe vond je de sfeer in de klas?

Om op doelniveau te reflecteren, kan je gebruik maken van flashcards of gewoon post it’s. Daarop kunnen de kinderen noteren WAT ze hebben geleerd, niet OF ze hebben geleerd. ‘Heb je het begrepen?’ is een grote dooddoener. Stel liever de vraag ‘Wat heb je van deze les begrepen?’ Neem geen genoegen met een kort antwoord. Vraag door of stel waarom- en hoe-vragen om uit te vinden wat leerlingen denken en welke stappen ze hebben doorlopen. Vraag vervolgens bij anderen door. Niet dezelfde vraag, maar misschien een iets moeilijkere vraag waardoor de denkstappen iets anders zijn. Het is vaak erg leerzaam om de verschillende uitleggen van leerlingen te verkennen. Welk antwoord is preciezer, gepaster of gewoon beter of handiger?

Kortom…

In het kort neem ik je nog mee in de stappen om niet meer doelloos voor de klas te staan.

  • In situaties waar leerlingen iets ervaren leren kinderen meer dan uit een werkboek;
  • Heb vertrouwen dat ze jou niet altijd nodig hebben om te leren;

  • Focus je vaker op één doel;
    – voor een hoger leerresultaat, kies je 3 á 4 momenten in een week voor één doel.
    – je zal niet ‘achterlopen’, want je focust je daarmee op het leerproces.

  • Verhelder het doel;
    – verwoord je doel goed zodat het voor iedereen duidelijk is en controleer dit begrip.
    – geef een goed voorbeeld. Dit dient als middel om de stapjes er naar toe helder te krijgen.

  • Gebruik actieve werkvormen en herhaal;

  • Reflecteren minimaal 5 minuten;
    – ‘Wat heb je van deze les begrepen?’
    – focus op de denkstappen hoe zij tot bepaalde antwoorden zijn gekomen.

[1] T. Sherrington & O. Caviglioli, Doorloopjes, een visuele ontwerpgids voor leraren. (Culemborg 2021) 20-23.

[2] D. Lemov, Teach like a champion 2.0. (Meppel 2017)

Doelgericht werken basisschoolleerkracht | Marleen Lapidaire

Wie is Marleen?

Ik ben Marleen Lapidaire. Al sinds 2014 werk ik als leerkracht in de groepen 5 t/m 8. Ik heb jarenlang fulltime gewerkt en nu ben ik coach, trainer en sta ik af en toe nog voor de klas.

Steeds meer (startende) leerkrachten komen naar mij toe met dezelfde vragen: “Marleen, hoe krijg ik mijn leerlingen bewuster van hun eigen leerproces?” Of “Hoe krijg ik kinderen aangeleerd dat ze stapjes kunnen maken in een doel?” En op precies DIE vragen heb ik duidelijke en praktische antwoorden. Deze leerkrachten merken dat zij, na het uitvoeren van mijn tips, veel actievere leerlingen in de klas hebben. Hun leerlingen waren zich veel bewuster van wat ze aan het leren waren. Wil je meer over mij lezen? Klik dan hier.

Ben je enthousiast geraakt door deze blog en wil je meer leren over doelgericht werken? Binnenkort lanceer ik mijn nieuwe online programma “Formatief evalueren: Doelgericht werken met jouw klas”. Mocht je de allereerste aanbieding willen hebben met diverse bonussen, schrijf je dan hier in voor de wachtlijst.

Scroll naar boven
Scroll to Top